Vanaf 1 januari 2026 verliest wie langer dan twee jaar werkloos is zijn uitkering, tenzij hij of zij 55-plus is én minstens 30 jaar gewerkt heeft. De regering wil hiermee besparingen realiseren en mensen aansporen sneller werk te zoeken.
Volgens cijfers van de RVA zouden ongeveer 100.000 mensen getroffen worden, van wie bijna de helft in Wallonië woont en een kwart in Brussel. Vooral daar zal de impact dus groot zijn.
De maatregel maakt deel uit van het hervormingsakkoord van de regering en wordt door premier De Wever het "koninginnenstuk" genoemd. Hij vindt dat inactiviteit geen levenskeuze meer mag zijn.
Verschillende arbeidsexperts zijn kritisch. Zij vrezen dat de maatregel weinig effect zal hebben op de werkzaamheidsgraad en vooral sociale problemen zal veroorzaken. Mensen zonder perspectief op werk zouden zo gewoon in het leefloon belanden.
Uitzonderingen zijn er voor wie in opleiding is voor een knelpuntberoep, bijvoorbeeld in de zorg. Ook wordt er 400 miljoen euro voorzien voor de OCMW’s, die mogelijk meer leeflonen zullen moeten uitbetalen.
Volgens arbeidseconomen zou een andere aanpak meer opleveren: snellere begeleiding aan het begin van de werkloosheid en een systeem waarin uitkeringen sneller dalen. Die hervorming zit ook in het regeerakkoord, maar wordt pas later uitgewerkt.
Samengevat: de regering mikt op besparing en activering, maar critici waarschuwen voor beperkte effecten en grotere sociale kwetsbaarheid.