Verhoging Wettelijke Pensioenleeftijd in 2025
De nieuwe pensioenleeftijd
De wettelijke pensioenleeftijd in België ondergaat een belangrijke wijziging. Vanaf 1 februari 2025 stijgt deze van 65 naar 66 jaar, gevolgd door een verdere verhoging naar 67 jaar in februari 2030. Voor pensioenen die ingaan in januari 2025 blijft de pensioenleeftijd nog 65 jaar. Dit zorgt ervoor dat alle werknemers uit hetzelfde geboortejaar (1959) gelijk worden behandeld - zij kunnen allen nog uiterlijk vanaf 1 januari 2025 op 65 jaar met pensioen gaan.
Mogelijkheden voor vervroegd pensioen
De bestaande regels voor vervroegd pensioen blijven voorlopig ongewijzigd. Een toekomstige federale regering kan hier wel wijzigingen in doorvoeren. Momenteel gelden de volgende voorwaarden voor vervroegd pensioen:
60 jaar na 44 loopbaanjaren61 jaar na 43 loopbaanjaren62 jaar na 43 loopbaanjaren63 jaar na 42 loopbaanjaren64 jaar na 42 loopbaanjaren
Een loopbaanjaar moet in het kader van vervroegd pensioen minstens 104 gewerkte of gelijkgestelde dagen tellen (1/3 van een voltijds arbeidsregime).
Pensioenberekening en pensioenbonus
Basisprincipes berekening
De basisprincipes van de pensioenberekening blijven ongewijzigd. Het bedrag wordt berekend op basis van:
De duur van de volledige loopbaan
Het geplafonneerde brutoloon tijdens die loopbaan
Belangrijk is dat effectief gewerkte dagen na de eerste 45 loopbaanjaren (14.040 dagen in pensioentermen) ook meetellen voor de berekening van het pensioenbedrag. Langer werken levert dus een hoger pensioen op.
Pensioenbonus
De wettelijke pensioenbonus wordt opgebouwd voor werknemers die na hun eerst mogelijke pensioendatum effectief aan de slag blijven. Deze bonus wordt alleen betaald voor wie ten vroegste vanaf 1 januari 2025 met rustpensioen gaat en is volledig vrij van belasting en sociale inhoudingen. De opbouw van de bonus duurt maximaal drie jaar: hoe langer iemand aan de slag blijft, hoe hoger de bonus.
Arbeidsrechtelijke aspecten
Beëindiging arbeidsovereenkomst
Het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd of het opnemen van het wettelijk pensioen beëindigt de arbeidsovereenkomst niet automatisch. Een beding dat dit wel zou bepalen is nietig. Bij beëindiging gelden de normale regels, met één uitzondering: wanneer de werkgever opzegt vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, geldt een maximale opzeggingstermijn van 26 weken.
Toegelaten arbeid na pensionering
Een gepensioneerde mag onbeperkt bijverdienen in twee gevallen:
Bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd
Bij aanvang van het rustpensioen met minstens 45 loopbaanjaren
Impact op Sociale Zekerheid
Werkloosheid en SWT
De verhoogde pensioenleeftijd heeft gevolgen voor verschillende sociale zekerheidsaspecten:
Werkloosheidsuitkeringen kunnen worden genoten tot de maand waarin men 66 jaar wordt
Bij SWT (stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag) moet de ex-werkgever of het sectoraal fonds de aanvulling mogelijk betalen tot 66 jaar
Voor SWAV (stelsel werkloosheid met aanvullende vergoeding) kan de aanvulling langer verschuldigd zijn
Arbeidsongeschiktheid
De ziekte-uitkering stopt in principe bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd (vanaf 2025 dus 66 jaar). Een werknemer die na de wettelijke pensioenleeftijd verder werkt, kan bij ziekte onder bepaalde voorwaarden nog maximaal zes maanden een ziekte-uitkering ontvangen.
Tijdskrediet en landingsbanen
De regelgeving rond tijdskrediet, landingsbaan en thematisch verlof bevat geen maximumleeftijd. Deze kunnen worden aangevraagd of voortgezet met behoud van onderbrekingsuitkeringen tot aan de effectieve opname van het rustpensioen.